Vanmorgen vroeg vertrokken we via een slingerende slecht onderhouden weg (zoals normaal is in Italië) naar het op een berg gelegen Etruskische stadje Cortona. Vroeg, omdat het vandaag weer ruim 35 graden wordt en wij verzekerd willen zijn van een parkeerplaats in de schaduw. Om 10:30 uur waren al deze parkeerplaatsen, maar ook die in de zon, al bezet en na lang zoeken vind ik na een 180 graden bocht een plekje stijl omlaag. Hoe hier te vertrekken is van latere zorg, desnoods hard de berg af.
Cortona is gesticht op een van de vroegst bewoonde bergen van de provincie Arezzo, in de Italiaanse regio Toscane en is met zijn reliëfrijke straatjes vergelijkbaar met steden als Assisi en Volterra. De wandeling in dit stadje is nogal een uitdaging en zeker voor mijn lief want de weg gaat vanaf de toegangspoort in één rechte lijn stijl omhoog, terwijl je moet opletten voor auto’s van locals die met nogal een snelheid naar beneden denderen. Echter boven aangekomen worden we beloond met het prachtige plein “Piazza della Republica” waarop het een drukte van belang is en waar wij in een van de straatjes op een terrasje in de schaduw genieten van due cappuccini met croissants.
Al lopend en genietend van alles wat er in dit stadje te zien is zoek ik een stukje gras waar de honden hun behoefte kunnen doen. Ja, onze Italianen hebben wij geleerd dit niet op de keien te doen en ik moet vanaf het Piazza Garibaldi noodgedwongen een stukje de berg af lopen terwijl ik Saskia in de schaduw in de winkelstraat achter laat. Je hebt vanaf dit plein schitterende vergezichten over het Toscaanse landschap, van de Val di Chiana met uitgedoofde vulkaan Monte Amiata tot het Lago Trasimeno en Montepulciano.
Terloops koop ik nog een mooie bruin lederen rugtas waarbij ik bij het horen van de prijs zuinig kijk en vervolgens tien procent korting krijg. In deze tas kan ik eten, water, etensbakken, poepzakjes en zakdoekjes en meer op mijn wandelingen meenemen zodat ik mijn handen vrij heb voor twee maal ruim dertig kilo honden trekkracht, want onze Italianen zijn het gekef van die kleine hondjes, hier zelfs met jurkjes aan, zat.
De lunch nuttigen wij bij Antica Trattoria aan het Piazza Luca Signorelli tegenover het Teatro Signorelli waar je genietend naar rustig lopende locals en iets minder rustig lopende en om zich heen kijkende toeristen van allerlei nationaliteiten kunt kijken. Zoals overal waar wij in Italië komen worden wij ook hier weer bevraagd over het ras van onze honden, willen mensen met ze op de foto en hangen deze foto’s nu wellicht in China, Japan en andere landen aan de muur. Het bevreemd ons overigens dat zelfs italianen vragen wat het ras van onze italiaanse Bracchi is. Hier worden deze honden voor de vogeljacht gebruikt en leven zij veelal in kennels achter de huizen.
Het einde van de lunch brengt een verrassende en emotionele wending. Twee tafels van ons vandaan zit een echtpaar dat vraagt naar het ras van onze honden. Het blijken Nederlanders uit Laren te zijn, die al dertig jaar een estate genaamd “Todiolo” in het middeleeuwse plaatsje Castiglion Fiorentino bezitten. Ze verhuren ook appartementen maar alleen aan mensen die ze goed kennen en ze hopen ons beter te leren kennen. Gaandeweg het gesprek vertelt mevrouw Spetter dat haar man stolperstenen legt. Dat zijn gedenkstenen in de stoep die de naam en levensgegevens van slachtoffers van de nazi’s weergeven, die verdreven, gedeporteerd of vermoord werden. Zo’n zelfde steen, als ik in het verhaal “Onbekende Kinderen” over mijn vriend Jos Frankfoorder, beschrijf.
Ed vertelt, dat hij al ruim 90 stolperstenen heeft gelegd en nog zo’n 100 stenen gaat leggen. Als ik hem mijn verhaal over Jos vertel schiet ik vol en Ed vertelt dat er ook van hem maar twee familieleden de oorlog hebben overleefd. Hij heeft daar een boek over geschreven genaamd “Volhouden en nimmer versagen” https://www.to-taalboekrecensies.nl/het-verhaal-van-eduard-spetter/ Ed gaat mijn verhaal lezen en gaat zeker reageren en met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gaan wij elkaar zien.
Bij het afscheid kijken wij elkaar diep in de ogen aan, schudden elkaar de hand en zegt Annelies, misschien kunnen we een keer met elkaar gaan wandelen. We zijn de ene maand in Nederland en de andere maand in Italië.
Ik voel dat een vriendschap is geboren.
Arnie Della Rosa