23 Jun
23Jun

Foto: Rechtenvrij pexels-liliana-drew-9462106

Omdat wij niet wisten wat onze dochter, met drukke fulltime baan en twee dochters, als verjaardagscadeau te geven, leek het ons een goed idee haar met drie uur schoonmaakhulp per week te verrassen. Na een advertentie op https://www.werksters.nl/werkster-gezocht/ en andere sites geplaatst te hebben reageerde vele weken later een ongeveer veertig jaar jonge vrouw genaamd Miriam. De namen in dit waargebeurde verhaal zijn uiteraard verzonnen.

Tijdens het gesprek, dat bij mijn dochter thuis plaats vond, vertelde Miriam dat dit niet haar echte naam was maar dat haar werkelijke naam Wilma de Bie was en dat ze een kamer bewoonde in een begeleid wonen huis in Zeist-West. Oorspronkelijk kwam ze niet uit Zeist maar groeide ze op bij haar ouders in IJsselstein maar kon door omstandigheden niet meer thuis wonen. Ze had al een viertal werkhuizen maar omdat ze bij een vijfde adres zonder opgaaf van redenen niet meer gewenst was, kwamen de door ons gevraagde drie uren prima uit. Na het uurtarief gehoord te hebben, vertelde Wilma dat haar verdiensten op rekening van een vriend van haar gestort diende te worden ter aflossing van de auto die hij had voorgeschoten. Vreemd, maar daar zochten wij niets achter. Bij het afscheid vertelde ik haar later die avond te bellen of we van haar diensten gebruik wilden maken. Mijn dochter en ik hadden een “bijna” goed gevoel bij deze vrouw en besloten het er op te wagen en ik belde Wilma op dat wij akkoord gingen want ook zij verdiende een kans. 

Ik heb veertien jaar op het Hoofdkwartier van het Leger des Heils in Almere als Traffic Manager en inkoper mogen werken en heb vanuit deze organisatie in die jaren heel wat schrijnende gevallen gezien van mensen die gewoon pech in hun leven hadden, in de schulden raakten en op straat belandden. Op de “soepbus” door Amsterdam gingen mijn ogen open en heb ik daar mensen onder bruggen, in bootjes en op straat opgezocht, met ze gesproken en te eten gegeven. Met de LdH slogan “Hongerige oren luisteren niet” probeerden wij door ze te eten te geven van straat te krijgen en te helpen naar een beter leven. Maar dit lukte lang niet altijd, want sommigen wilden gewoon niet geholpen worden en van straat af. Voor mijn LdH-tijd dacht ik dat het allemaal tuig en schorriemorrie was dat op straat leefde, maar dat is echt niet het geval. Er leven ook heel veel nette en gestudeerde mensen op straat. Je kunt gewoon pech in het leven hebben, in de schulden raken of schizofreen raken en op straat belanden. Naar aanleiding daarvan heb ik vele jaren één dag per week vrij genomen om bij het leger in Zeist als maatschappelijk dienstverlener mensen naar de voedselbank te begeleiden en hen als schuldhulpmaatje uit de schulden te helpen. Je zult er versteld van staan maar ook in ons rijke Zeist maken ruim 500 personen wekelijks gebruik van de voedselbank. Jammer genoeg zijn er ook en ik ken er daar een paar van, die daar eigenlijk geen recht op hebben en daar dus misbruik, ten koste van anderen, van maken. 

Maar weer verder met Wilma. Een aantal weken kwam Wilma iedere donderdag trouw en was ik, maar ook onze kleindochter, tijdens haar werkzaamheden aanwezig. Wilma gebruikte tot groot ongenoegen van mijn kleindochters per week een hele fles schoonmaakazijn waardoor het huis zuur rook. Maar alleen met deze azijn kon alles volgens haar goed schoon worden. De ganse drie uur dat ze aan het werk was praatte ze hard op over van alles en nog wat, vroeg sierraden en waardevolle spullen niet in het zicht te leggen en klepte er vrolijk, ook aan de telefoon, op los. Tijdens de koffie, die wij samen dronken, vertelde ze over haar ouders in IJsselstein en dat het daar niet goed met haar ging. Ik moest volgens haar wel een goede vader en opa zijn, wat ik uiteraard moest toegeven want dat vind ik mijzelf namelijk ook. Tijdens een van die gesprekken vertelde Wilma dat haar moeder in een winkel op de Slotlaan werkte en terloops kreeg ik te horen, terwijl ze naar haar billen wees, dat die kont van haar was en dat zij bepaalde wie daar aan mocht zitten. Ik was verbijsterd en verbaasd over mijn naïviteit om iedere week met haar in huis te zijn en was blij dat mijn kleindochter daar ook altijd was. Zij had mij immers overal van kunnen beschuldigen en als man heb je dan de schijn tegen. Stom van mij. 

Zo gingen de weken voorbij en vroeg mijn dochter ”zullen we de schoonmaakster een sleutel geven paps, dan hoef jij niet iedere week te komen.” ‘Nee liefje, laten wij daar nog maar even mee wachten want ik heb daar nog geen goed gevoel over”. Een week later kwam Wilma met de mededeling dat ze eerder weg wilde omdat ze haar voedselpakket bij de voedselbank moest ophalen en graag de volgende week cash uitbetaald wilde worden om de kapper te kunnen betalen. Weer een week later vertelde ze dat ze een afspraak bij het UWV had en niet kon komen, de week erop dat ze wegens borstkanker over twee weken voor een borstreconstructie naar het ziekenhuis moest. Ik wenste haar veel sterkte bij het herstel, “neem de tijd die je nodig hebt” en ik vroeg haar te laten weten wanneer ze weer dacht te komen. 

Nadat Wilma haar werkzaamheden vier weken later hervatte kreeg ik een week later ’s morgens om 06:45 uur een WhatsApp bericht van haar dat er iets verschrikkelijks gebeurd was, dat haar vader ’s nachts was overleden aan een hartstilstand en dat zij direct naar haar moeder in IJsselstein was en voorlopig niet kon komen. Ik condoleerde haar met dit verlies, wenste haar heel veel sterkte en weer met een ‘neem de tijd en laat mij weten wanneer je weer terug denkt te komen” sloot ik af. Maar ik vertrouwde deze mededeling toch niet en ik irriteerde mij al een tijdje aan allerlei gebeurtenissen met haar en mijn vertrouwen en altijd het goede in de mens willen zien raakte op. 

Haar bericht knaagde de hele dag aan mij en omdat ik toch naar de Slotlaan moest, liep ik de winkel waar haar moeder werkte binnen en zag twee dames achter de toonbank staan. Ik vroeg beide dames of mevrouw De Bie aanwezig was waarop een van de dames haar hand op stak en zei “dat ben ik”. “Dan moet ik u namens uw dochter Wilma van harte condoleren met het overlijden van uw man vannacht.” De ontstelde vrouw liep rood aan en stamelde “waar kent u mijn dochter Wilma van” en ik vertelde haar over de werkzaamheden bij onze dochter. “Mag ik mijn man even bellen”, vroeg ze, “Ik heb hem vanochtend namelijk nog gezien”. “Natuurlijk mag dat” en toen zij minuten later terug kwam vertelde ze dat haar man gelukkig nog leefde. Na haar mijn excuses over mijn lompheid aangeboden te hebben vroeg ik haar 06 nummer zodat ik alle WhatsApps van haar dochter kon doorsturen zodat ze precies kon lezen wat er de afgelopen maanden was voorgevallen en haar dochter geen smoesjes hoefde te verzinnen. Wilma heb ik vervolgens een bericht geappt met de mededeling dat ik haar arme en ontstelde moeder in de winkel gesproken had, dat je over zoiets niet liegt, dat indien je geen zin hebt om te werken dat gewoon moet zeggen. Met een “Ik wil jou nooit meer zien” en dat ik direct haar 06 nummer zou deleten, sloot ik af. 

Aan mijn kleindochters die opgelucht waren van de zure lucht verschoond te blijven vroeg ik hoe die het zouden vinden indien hun moeder tegen haar werkgever zou zeggen dat opa overleden was en vandaag niet kon komen werken. “Dat doe je toch niet opa!” Was het antwoord. Ja, ik zat nog in mijn hoofd met mijn lief, die nog geen jaar geleden een hartstilstand had en na een hartoperatie een ICD, defibrillator én pacemaker ingebouwd had gekregen. 

Twee weken later liep ik op donderdagochtend, op marktdag, voor het gebouw van het Leger des Heils en hoorde een Godvere, Godvere, Godvere en stoof er een vrouw langs. Verbaasd keek ik om en zag nog net de kont met daarboven het hoofd van Wilma voorbij stuiven. Zij had mij blijkbaar herkend en kon geen kant meer op en weg was zij. Wilma heeft haar kansen bij mij vanuit het Leger des Heils en naastenliefde verspeeld en deze jongen is voortaan wat voorzichtiger. 


Arnie Della Rosa

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.