19 Nov
19Nov

In de maand juli en ongeveer een maand na de publicatie van mijn verhaal over Buitenplaats Molenbosch, had ik een toevallige ontmoeting. 

Al mijmerend met gesloten ogen en genietend van de warme zonnestralen, zat ik op het bankje dat tussen het huis Molenbosch en appartementencomplex Midland staat. Siena & Giulia waren aan het ravotten op het veld en het was er verder vredig en stil. 

Plots hoorde ik voetstappen en zag, terwijl ik mijn ogen opende, vanaf links een ruim tien jaar oudere man dan ik zelf ben, in korte broek met rugzak op mij afstormen. Hij gooide zich naast mij neer op het bankje, slaakte een diepe zucht en veegde met een doek het zweet van zijn voorhoofd. 

Licht geïrriteerd, over zoveel onbeschaamdheid omdat hij mij niet begroette en niet vroeg of ik er bezwaar tegen had als hij naast mij kwam zitten, zei ik “ook goedemorgen” en zweeg verder. Zo zaten wij minuten lang zwijgend naast elkaar kijkend richting het huis. 

Ineens wees de man naar het huis. Weet u? Daar in dat huis heb ik vroeger gewerkt. Nog steeds geïrriteerd  antwoorde ik hem met een “nee, dat weet ik niet want ik ken u niet en heb u hier ook nog nooit gezien.” Wat volgde was een blik vol onbegrip en ineens begon hij honderduit te praten. 

Als kind woonde ik in een boerderij aan de Molenweg en deed klusjes voor juffrouw Annie in het huis. Ziet u die drie hoge sparren daar links voor in de weide staan? Dat waren er oorspronkelijk vijf. Ieder jaar voor kerst kwam juffrouw Annie mij thuis ophalen en wees in het bos aan welke spar ik met kluit in het huis moest plaatsen. Ze waren toen nog niet zo hoog hoor. 

Nou, dat snapte ik zelfs nog want de bomen zijn nu zeker 20 meter hoog en enorm dik. De man vervolgde dat hij na Driekoningen, op 6 januari, de boom weer moest weghalen om hem voor het huis te planten. Op die manier zouden de bomen op den duur het zicht op “wat juffrouw Annie noemde” flat oftewel Midland wegnemen. 

Na dit gezegd hebbende, nam de man wiens naam ik niet weet, net zo snel als hij gekomen was de benen en met een “ik moet weer verder want ik woon helemaal in Zeist West in de wijk Nijenheim”, was hij weg. 

Toeval bestaat niet? Een mooie aanvulling over mijn verhaal Buitenplaats Molenbosch.   


Wat is Zeist toch mooi en wat boffen wij hier te mogen wonen. 

Tot de volgende wandeling naar Kasteel Kerckebosch, Arnie Della Rosa   


Je kunt mijn wandelverhalen lezen op https://www.als-bomen-en-stenen-konden-praten.com maar ook samen met de columns van andere Zeister columnisten op https://www.zeistermagazine.nl

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.